Droge mond

 
Droge mond door medicijngebruik en de gevolgen voor mijn gebit

Deze informatie gaat over het gebruik van bepaalde medicijnen en bijwerkingen daarvan die tot problemen in de mond kunnen leiden. Het gaat vooral om de bijwerking droge mond en/of minder speeksel. Dit is vooral belangrijk voor mensen die veel verschillende medicijnen gebruiken.


1. Wat is het?

Iedereen heeft weleens een droge mond. Dat is niet erg. Maar, als mensen altijd een droge mond hebben, kan dat voor problemen zorgen. Er kan dan sprake zijn van te weinig (goed) speeksel. Speeksel is belangrijk voor de mond: het voorkomt uitdrogen, maar het voorkomt ook infecties. Daarnaast is speeksel ook nodig bij het praten en bij proeven, kauwen, slikken en de spijsvertering.
Er zijn medicijnen die een droge mond als bijwerking hebben (denk aan bijvoorbeeld plastabletten of bepaalde medicijnen tegen depressie).


2. Wat zijn de klachten?

Er is een verschil tussen een drogemondgevoel (dit wordt xerostomie genoemd) en te weinig (goed) speeksel (dit wordt hyposialie genoemd). Mensen met een drogemondgevoel (bijvoorbeeld zoals bij dorst) kunnen klachten van een droge mond hebben en soms problemen met bijvoorbeeld slikken. Er hoeft dan niet altijd sprake te zijn van te weinig speeksel.
Mensen met te weinig (goed) speeksel hoeven geen klachten van een droge mond te hebben. Wel kan de tandarts of mondhygiënist soms tekenen van te weinig speeksel in de mond zien, bijvoorbeeld aan de slijmvliezen in de mond.


3. Wat zijn de gevolgen?

Langdurig te weinig speeksel kan gevolgen voor de gezondheid van de mond hebben, zoals het optreden van gaatjes in de tanden en kiezen (dit wordt cariës genoemd).


4. Hoe wordt uitgezocht wat u heeft?

Tandartsen en mondhygiënisten onderzoeken niet alleen het gebit, maar letten ook goed op andere dingen in de mond, zoals tekenen van een droge mond en/of te weinig speeksel. Als u last heeft van een droge mond en/of te weinig speeksel gaat de tandarts of mondhygiënist na of u medicijnen gebruikt die dit veroorzaken. Ook doet de tandarts of mondhygiënist dan een speekseltest bij u. Zo kan precies onderzocht worden wat het probleem is.


5. Wat moet u niet doen?

U moet nooit zelf uw medicijnen aanpassen of stoppen omdat u last heeft van een droge mond. Ook kunt u beter geen suikerhoudende dranken of snoepjes nemen om het droge mondgevoel tegen te gaan.


6. Wat kunt u zelf doen?

Als u vaak last heeft van een droge mond, laat dat dan uw tandarts of mondhygiënist weten. Hij of zij kan dan samen met u uitzoeken of u ook een tekort aan speeksel heeft. Ook kunt u dan samen met uw tandarts of mondhygiënist bepalen wat u kunt doen om het droge mondgevoel te verminderen. Zo kunt u de gevolgen voor de mondgezondheid en uw gebit beperken. Hiervoor is het belangrijk dat uw tandarts een goed overzicht heeft van alle medicijnen die u gebruikt. U kunt een overzicht daarvan krijgen bij uw apotheek en dit meenemen naar de tandarts. Daarbij is het belangrijk ook de medicijnen op te schrijven die u zelf bij de drogist haalt.

 

7. Wat is de behandeling?

Om gevolgen voor uw mondgezondheid zoals het ontstaan van gaatjes zoveel mogelijk te voorkómen, kan het nodig zijn dat u wat vaker naar de tandarts gaat. Daarnaast kunt u met de tandarts of mondhygiënist overleggen om een product te gaan gebruiken dat uw speekselproductie stimuleert of vervangt. Hier zijn veel verschillende middelen voor verkrijgbaar. Met uw tandarts of mondhygiënist kunt u uitzoeken wat voor u het beste werkt. Ook is het heel belangrijk te zorgen voor een goede mondverzorging. Daarom kan de tandarts u een tandpasta of gel met extra fluoride voorschrijven. Soms kan het handig zijn uw medicijnen aan te passen. De tandarts kan dit overleggen met degene die u de medicijnen heeft voorgeschreven (uw huisarts of medisch specialist) of uw apotheker.


8. Hoe kunt u het krijgen?

U kunt langdurig een droge mond en/of te weinig speeksel krijgen omdat u bepaalde medicijnen gebruikt. Uw tandarts weet welke dit zijn. Ook kan het komen omdat u veel verschillend medicijnen gebruikt.


9. Hoe is de zorg georganiseerd?

Uw tandarts is de hoofdbehandelaar als het gaat om uw mondgezondheid. Uw tandarts kan u bepaalde producten voorschrijven om het droge mondgevoel of het tekort aan speeksel te verminderen. U kunt ook onder behandeling zijn bij een mondhygiënist. De mondhygiënist kan met de tandarts overleggen over uw mondgezondheid. Uw tandarts kan ook overleggen met uw (huis)arts of apotheker, om te onderzoeken of u misschien wat medicijnen aan kunt passen om het tekort aan speeksel te verminderen. Uw tandarts overlegt dit altijd eerst met u.


10. Wilt u naast deze informatie meer weten?

Meer informatie vindt u op www.allesoverhetgebit.nl, www.mondzorgbijouderen.info en op www.ivorenkruis.nl. Op deze websites vindt u meer informatie over het belang van mondverzorging en professionele mondzorg.
De website van het Kennisinstituut Mondzorg biedt actuele informatie over richtlijnen voor tandartsen en andere mondzorgverleners: www.hetkimo.nl.

 

Bron: Kennisinstituut Mondzorg (KIMO)